Overslaan en naar de inhoud gaan
Habitat makelaar worden? 🔥 Ontdek hier wat we in huis hebben.
Beheer/rentmeesterschap: Wat houdt het in? Lees het hier.
Kopers laten renovatiewoningen links liggen. 🔨 Lees hier het artikel in Trends magazine.

In de Westhoek, waar de bouwshift steeds verder weg is: 'Hier is de grote villa met tuin de realiteit'

Nergens neemt de druk op open ruimte zo snel toe als in de Westhoek. De pogingen van Vlaanderen om minder te bouwen en te verharden, botsen met de lokale noden, klinkt het. 'We ontwikkelen uit pure noodzaak.'

De grootste troef van de Westhoek? De rust, de openheid, de ruimte.' Jason Platteeuw, 24 en al zes jaar aan de slag als immomakelaar in de wijde regio rond Ieper en Poperinge, hoeft niet lang na te denken. 'We zouden zot zijn mochten we dat unieke karakter niet bewaren.'

De essentie

  • De inname van open ruimte is op het platteland versneld, ondanks de aangekondigde komst vande bouwshift. Vooral in West-Vlaanderen is dat het geval.
  • Burgemeesters in de Westhoek zien zich onder druk van financiële uitdagingen genoodzaakt woning- en bedrijfsprojecten te blijven ontwikkelen.
  • Ze rekenen op hulp van Vlaanderen om de bouwshift te kunnen realiseren.

Geen streek in Vlaanderen heeft nog zo veel open ruimte als het verste hoekje van West-Vlaanderen. Maar tegelijk zag geen regio het ruimtebeslag - de ingenomen ruimte door onder andere woningen en tuinen, wegen en bedrijven - de jongste jaren zo toenemen. Samen met het naburige Midwest, rond Roeselare en Tielt, spant de Westhoek de kroon.

In tien jaar groeide de ruimtelijke voetafdruk - het ruimtebeslag afgezet tegen het aantal inwoners - er van 927 naar 967 vierkante meter per inwoner. Intussen is de afdruk ruim anderhalve keer zo groot als die van een gemiddelde Vlaming. Terwijl het cijfer elders daalt, zit de ingenomen ruimte per West-Vlaams hoofd van de bevolking in de lift.

Langemark-Poelkapelle, pal tussen Ieper en Roeselare in, is een typevoorbeeld van een plattelandsgemeente waar dat fenomeen speelt. In de periode 2019 tot 2022 nam de ingenomen ruimte er met 5 procent toe, feller dan de drie jaar daarvoor en vijf keer meer dan het Vlaamse gemiddelde.

Wie dokkert over de steenwegen die gehuchten als Sint-Juliaan en Madonna met de twee kernen verbinden, passeert een lint van aardappelboerderijen en autogarages, nieuwe villa's en gerenoveerde vierkantshoeves en grote serres naast militaire begraafplaatsen. De lintbebouwing is niet alleen aan elkaar gegroeid, er komt ook steeds vaker een tweede laag achter.

Een nieuwe verkaveling die de uitloper aan de rand van Poelkapelle doet aanzwellen, is het project De Schiethoek. De zone is woongebied, maar was open, groen en deed vroeger dienst als waterbuffer. Met zicht op de velden kwamen er vorig najaar 21 bouwkavels op de markt, tussen 330 en ruim 600 vierkante meter groot en vooral bedoeld voor open en halfopen woningen. Ruim een jaar later is één lot verkocht.

"Alleen nog bouwen rond grote steden zou onze landelijke kernen geleidelijk aan doen leeglopen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?"

DOMINIQUE COOL

BURGEMEESTER LANGEMARK-POELKAPELLE (N-VA)

De Schiethoek is een illustratie van hoe de praktijk contrasteert met de theorie van de bouwshift, die tegen 2040 de inname van extra open ruimte tot nul moet herleiden (zie kader). De aangekondigde komst van wat ooit de betonstop werd genoemd, lijkt de inname van ruimte op het platteland te hebben gestimuleerd. De Vlaamse regering wil dat tempo net naar beneden.

Zonder regionale ommezwaai en bijkomende beleidsstappen wordt het moeilijk, geeft het nieuwe Ruimterapport van het Departement Omgeving en onderzoeksinstelling VITO aan. Gemiddeld oogt de trend in Vlaanderen goed, maar de lokale verschillen zijn te groot.

Belastinginkomsten

'Een radicale verandering in een traag proces als ruimtelijke ordening is niet evident', vindt Christof Dejaegher, CD&V-burgemeester van Poperinge en een belangrijke stem in de Westhoek. 'Nieuw beleid vereist een draagvlak en dat krijg je niet met een belerend vingertje. De hogere overheid moet gemeenten met veel open ruimte net helpen, ook financieel via een voldoende groot plattelandsfonds. Begrijp me niet verkeerd: een bouwshift zal ongetwijfeld nodig zijn, maar hopelijk kan het op een manier die alle Vlamingen evenwichtig behandelt.'

'Alleen nog nieuwe bouwgrond voorzien rond grote steden zou onze landelijke kernen gaandeweg doen leeglopen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?', reageert Dominique Cool, sinds twee jaar de burgemeester van Langemark-Poelkapelle voor de N-VA. 'De grote villa met oprit was en is de ruimtelijke realiteit in onze gemeente. Maar de dichtheid bij nieuwe ontwikkelingen ligt veel hoger dan vroeger. En woonlinten zijn sowieso niet meer gewenst.'

"Nieuw beleid vereist een draagvlak en dat krijg je niet met een belerend vingertje."

CHRISTOF DEJAEGHER

BURGEMEESTER POPERINGE (CD&V)

Hoe meer inwoners en hoe minder onbebouwd onroerend goed, des te hoger de lokale belastinginkomsten. Voor plattelandsgemeenten zijn die centen cruciaal. Ze krijgen veel beperkter werkingsmiddelen uit het Gemeentefonds van de Vlaamse overheid dan steden.'Als gemeenten hier gronden ontwikkelen, is dat vaak uit pure noodzaak, om de taken en hervormingen te kunnen blijven financieren', zegt Dejaegher. Al jaren hekelen West-Vlaamse burgemeesters de volgens hen scheve verdeling tegenover verstedelijkt Vlaanderen.

Onbetaalbaar

Uit het groeiende ruimtebeslag hier spreekt de hoop om gezinnen te houden of aan te trekken, tegen de trend van een krimpende, vergrijzende bevolking in. Maar er is ook de rol van de landbouw, met uitbreidingen van bestaande sites. Er zijn groeiende bedrijventerreinen in de periferie van de grotere gemeenten. En er is een bovengemiddelde groei van recreatie. In tegenstelling tot pakweg bos maakt landbouwgrond veel vlotter plaats voor nieuwe ontwikkelingen en bebouwing.

'Na de stikstofperikelen en het mestbeleid is de bouwshift een volgende grote uitdaging voor het platteland', zegt burgemeester Cool van Langemark-Poelkapelle. 'De haalbaarheid achten wij erg beperkt. Eigenaars van gronden die we willen herbestemmen volledig vergoeden op basis van de marktprijs is onbetaalbaar. Geen enkele gemeente kan zo veel betalen om iets niet te doen.' Zo'n planschadevergoeding maakt deel uit van de bouwshift.

Wat is de bouwshift juist?

Wat vroeger de betonstop heette, is nu de bouwshift. Het doel is de open ruimte in Vlaanderen beschermen en tegen 2040 de extra inname tot nul herleiden. Na een akkoord in de regering zette het Vlaams Parlement in mei 2023 het licht op groen voor twee kerndecreten.

Het ene behandelt de woonreservegebieden, de reservebouwgronden zeg maar. Die mogen, behalve in uitzonderlijke gevallen en na het fiat van de gemeenteraad, tot 2040 niet meer worden aangesneden. Dat decreet trad afgelopen zomer in werking. Vlaanderen telt zo'n 12.000 hectare niet- ontwikkeld woonreservegebied.

Daarnaast regelt het instrumentendecreet onder meer de compensatie voor grondeigenaars bij bestemmingswijzigingen - bijvoorbeeld van bouw- of industriegrond naar natuur, bos of landbouwgrond. Belangrijk is dat de planschadevergoeding werd opgetrokken tot de volledige marktwaarde.

Het exacte bedrag is gebonden aan een beoordeling door een commissie en een reeks voorwaarden. De lokale besturen staan in voor de financiering, al komt er een bouwshiftfonds waar Vlaanderen tot 2040 jaarlijks 100 miljoen euro in stort. Op de datum van de inwerkingtreding van dat kader is het nog wachten.

Bron: De Tijd